Naast de conventionele groentesoorten bieden we een brede waaier van biologische groenten.

Bladgroenten komen van planten met goed ontwikkelde bladeren. Het zijn die bladeren die worden opgegeten. Ze bevatten veel vitaminen en mineralen en worden zowel gekookt als rauw gegeten.

Kool bestaat in vele soorten. De sluitkolen (groene, witte en rode kolen) vormen een bol van gesloten bladeren. Daarnaast zijn er bloemkolen, broccoli en spruitjes. Kool bevat vezels, vitamine A en C.

Eigenlijk is peulvruchten een verzamelnaam voor kiemgroenten, bonen, erwten en linzen. Lekker als groente, maar ook als vervanger van vlees of van aardappelen. Peulvruchten bevatten veel voedingsstoffen maar ook antistoffen en veel koolhydraten.

Stengelgroenten zijn de uitlopers van de wortel van een plant, namelijk de delen die boven de grond uitgroeien. Het gaat bij deze groep vooral om de vlezige bladstelen.

Tomaten bestaan in verschillende kalibers, smaken en kleuren. Bijvoorbeeld: grote vleestomaten, kleine kerstomaatjes, langwerpige pruimtomaten, trostomaten,... De tomaat is rijk aan vitamine C, maar die zit vooral rond de pitjes.

Vruchtgroenten ontstaan uit planten waarvan de bloemen al dan niet bevrucht werden. De grens tussen fruit en groente is hier niet altijd even duidelijk. Bewaar ze op een koele plaats, maar niet in de koelkast.

Wortel- en knolgewassen zijn de delen van een plant waarvan de wortel een eetbare groente is, langwerpig (wortelen, pastinaak) of bolvormig (aardappelen, knolselder).